Tenslotte

Gelovigen moeten vaker dansen

Willem J. Ouweneel

...'k Zal dan verheerlijkt zijn als Gij,
en juichen in der heil'gen rei.

Uw liefde blijft ons altijd bij,
zij zal ons veilig leiden,
totdat we U in der zaal'gen rei,
daarboven, lof bereiden.

Als we onze liederen mogen geloven, zullen we uitsluitend in de hemel mogen dansen. 'Rei' betekent dans, vooral rondedans, of ook wel een groep die een (ronde)dans uitvoert. Vroeger hadden we ook nog in lied 123 staan: 'U danken wij, nu reeds zo blij, hoe dan eens in der zaal'gen rei'. Zelf heb ik trouwens nog nooit in de Bijbel gelezen dat er in de hemel gedanst wordt - maar op aarde zoveel te meer! Denkt u maar aan gelovigen als Mirjam na de doortocht door de Schelfzee, de dochter van Jefta, de vrouwen die de triomferende David tegemoet gaan, en David die voor de ark huppelt; zie ook Ps.30:12 en 150:4.

Goed, zegt u, dat is het Oude Testament; de gelovigen in het Nieuwe Testament dansen niet. Letterlijk gesproken hebt u gelijk; maar figuurlijk gesproken? Ik wijs u op twee uitspraken van de Heer Jezus Zelf. Hij vergelijkt zijn eigen prediking met kinderen die op straat de anderen toeroepen: 'Wij hebben voor jullie op de fluit gespeeld en jullie hebben niet gedanst' (Matt.11:17; Luk.7:32). De liefelijke boodschap van de Heer was als fluitspel, dat de toehoorders tot de vrolijke dans wil uitlokken. Wat een teleurstelling voor de fluitspeler, als de luisteraars onder zijn spel koud en passief blijven!

Het tweede woord van de Heer vinden we in de gelijkenis van de verloren zoon, waar het huis van de vader na de terugkeer van zijn jongste zoon een plaats van 'muziek en dans' genoemd wordt (Luk.15:25). Het huis van de vader, waar verloren zonen in opgenomen worden, is een beeld van de Gemeente op aarde. Als het goed is, is dat huis een plaats van vrolijkheid en verrukking. Wees gerust: het gaat om een 'geestelijk huis' (1 Petr.2:5) en dus bedoel ik ook muziek en dans in geestelijke zin. Hoewel... als we zingen maken we toch ook in létterlijke zin muziek? Mag er dan ook niet in wat letterlijker zin een beetje meer vrolijkheid in de Gemeente te zien zijn? Menige profetische dienst mag toch gelukkig het karakter van vrolijk fluitspel hebben; mag er dan niet een beetje meer echt blijde respons zijn? En mag die dan ook niet wat meer op de gezichten te lezen zijn?

'Is iemand welgemoed? Laat hij lofzingen' (Jak.5:13). Het is zelfs niet verboden daar af en toe bij te huppelen... Het geloof is een blijde zaak, roept de apostel ons in de Filippibrief vanuit zijn eigen zeer zware omstandigheden meer dan eens toe (2:18; 3:1; 4:4). De omstandigheden kunnen alle aanleiding geven tot droefheid; dat wist Paulus ook (vgl. Fil.2:27). Maar in de Heer is er onder alle omstandigheden aanleiding om zich te verblijden. 'Het vrome volk, in U verheugd, zal huppelen van zielevreugd..'