Flora en fauna in het land van de Bijbel, door Azaria Alon; Uitgeverij Terra, Zutphen; prijs ƒ 48,-.
C. Fieggen
In dit fraai uitgevoerde boek worden uitvoerig allerlei kenmerken van het land Palestina behandeld; niet alleen de voornaamste voorkomende planten en dieren, maar ook de samenhang met het klimaat en het verloop van de seizoenen (in Israel heel anders dan wij gewend zijn).
Elk hoofdstuk wordt gekarakteriseerd met een bijbeltekst en veelal wordt een verband gelegd met gedeelten uit het Oude en Nieuwe Testament.
Als voorbeelden daarvan kunnen we sittimhout noemen (het hout voor de tabernakel), maar ook de terebint, de leeuw en de nederlaag van Sisera tegen Deborah en Barak (het uitglijden van de strijdwagens) komen aan bod. Leerzaam is zeker de behandeling van de klimaatsverschillen (op vaak korte afstanden) en de gevolgen daarvan voor flora en fauna.
De basis voor de rest van het boek wordt gelegd in het helaas wat moeilijk geschreven tweede hoofdstuk: Israel ligt op de navel van de aarde, op de ontmoetingsplaats van drie continenten, en aan de Middellandse zee. Het is jammer dat juist dit hoofdstuk een aantal vaktermen bevat, die voor de leek onvoldoende verklaard worden (zoals geofyten, endemische soorten, biotoopgrenzen), terwijl bovendien de schrijftrant stroef tot saai te noemen is. In hoeverre dit aan de vertaling ligt, is niet duidelijk. Gelukkig leest de rest van het boek veel plezieriger.
Het boek bevat heel wat wetenswaardigheden, maar die zijn helaas slecht toegankelijk vanuit het register. Dit gaat namelijk uit van de huidige soortnamen van planten en dieren; de bijbelse equivalenten zijn er niet in opgenomen; zo vinden we er wel 'Acacia', maar niet 'sittimhout'. 'Terebint' verwijst niet naar de bladzijden over de bijbelse terebint; dan moet je zoeken onder 'Atlantische Terebint', dus bij de ‘a’. Als naslagwerk is het daarom minder bruikbaar.
Een vertaalfout vond ik op blz. 193, waar 'Goldfinch' weergegeven is met 'goudvink'.
Een goudvink ziet er echter anders uit; het moet een putter zijn. Bij het gegeven dat Israel ± 2800 bloeiende plantesoorten telt, was een noot van de vertaler met het Nederlandse aantal (ongeveer 1600) op zijn plaats geweest.
Belangrijker is de opstelling van de schrijver. Het Nieuwe Testament wordt wat afstandelijk benaderd (de christenen geloven ... ), het Oude Testament treedt hij meestal met eerbied voor de daarin vermelde biologische gegevens tegemoet. Zonder moeite echter hanteert hij ouderdommen van miljoenen jaren; de getallen over het meer nabije archeologische verleden zijn bij hem eveneens (te) fors. Het is goed hiermee rekening te houden.
Wat te denken trouwens van de identificatie van Joel 2 : 3-10 met de woestijnsprinkhaan (p. 163)? Hier is de bioloog m.i. wat te fantasierijk en wordt de profetische betekenis van dit gedeelte zachtjes naar de zijlijn geschoven. Nieuw voor mij is de vermelding dat met honing in de Bijbel ook wel dadelstroop bedoeld wordt (p. 15). Ik heb dat nergens bevestigd kunnen vinden. Misschien dat één van de lezers hier meer over weet?
Al met al een mooi boek, al heb ik wat reserves hier en daar. De aspirant-koper moet zich wel realiseren dat in de eerste plaats de huidige flora en fauna behandeld worden. Een aantal dingen gaan door het lezen van dit boek meer leven, maar het is niet direct een bijbelstudiehulp. Wil iemand echter het Land bezoeken, dan is het boek zeker waardevol. Zo besluit het laatste hoofdstuk met een overzicht van wat je per maand kunt verwachten. Het boek is niet goedkoop, maar het bevat erg veel goede foto's, waarvan ongeveer een kwart in kleur.
J. N. Darby (vert. en bew. H. Bouter jr.), De sluier op het gelaat van Mozes, een uitlegging van 2 Korinthe 3 : 7-16, Alblasserdam, Stichting Boeken om de Bijbel 1983, ing. 28 blz., prijs ƒ 3,50.
H.P. Medema
Niet altijd, vrees ik, realiseren bijbellezers zich hoe fundamenteel het onderwijs in het derde hoofdstuk van Paulus' tweede brief aan de Korinthiërs is voor het begrijpen van de relatie tussen het oude en het nieuwe verbond. Alleen al daarom kan het lezen van deze brochure zeer worden aanbevolen. Gelukkig heeft de vertaler zich de vrijheid gepermitteerd af en toe de tekst wat te redigeren, want de stijl van J.N. Darby is over het algemeen, en ook in deze brochure, erg stug en moeizaam. Maar door de bewerking is dat in het Nederlands goeddeels ondervangen. De stugheid van Darby's stijl leidt er helaas toe dat zijn werken niet zo snel ter hand worden genomen, wat erg jammer is, want er zitten juweeltjes tussen. Eén zo'n kleinood hebben wij dan nu in het Nederlands voor ons.
Als ik nog een enkele kritische kanttekening mag plaatsen: op blz. 34 gaat de schrijver uit van de situatie in de Anglikaanse kerk. Ook het op blz. 26 geschilderde beeld van het protestantisme is sterk bepaald door tijd en plaats van de schrijver. Tenslotte nog één ding uit de inleiding van de bewerker zelf. op blz. 4 zegt hij dat in 2 Kor. 3 : 13-15 Mozes een representant is van het hele volk - is niet een veel meer voor de hand liggende verklaring te vinden in verbinding met hoofdstuk 4 : 4? Als mensen vandaag de dag geen oog hebben voor de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus, komt dat niet omdat God het aangezicht van de Middelaar bedekt zou hebben, maar omdat er een bedekking over hun hárt ligt. Ondanks deze kleine opmerkingen van harte ter lezing aanbevolen.