Correspondentie

 

We hebben van een paar broeders instemmende reakties ontvangen op het artikel van broeder Wilts over "Echtscheiding en hertrouwen". Eén van deze broeders wijst er op, dat het nodig was aan de Korinthiërs te schrijven dat in die gevallen waarin één van beide huwelijkspartners, die voordien beiden ongelovigen waren, tot geloof in de Heer Jezus was gekomen, het huwelijk niet ontbonden behoefde te worden. Men zou kunnen denken dat dit wel noodzakelijk was op grond van wat de apostel later schreef: "Waaraan kan een gelovige met een ongelovige deel hebben?" (2 Kor. 6 :15).

De voorschriften van de apostel in 2 Kor. 6 : 14-18 waren en zijn niet van toepassing op deze gevallen, omdat de ongelovige geheiligd is door de gelovige. De positie van de ongelovige partner is dezelfde geworden als die van kinderen van gelovige ouders, die nog niet bekeerd zijn. Ook zij zijn immers niet onrein, maar heilig.

Het voorschrift in 1 Kor. 7 : 15 ziet op die gevallen waarin de ongelovige wil scheiden en geen prijs stelt op verdere samenwoning met de gelovige. Dan mag de gelovige in de scheiding berusten en is dan niet langer gebonden. Gezien het bijzondere karakter van dergelijke huwelijken zou het woord verbonden hier niet passen. Er mag dan al een band zijn, er is geen verbond zoals in een huwelijk tussen gelovigen, dat een type is van de verbinding van Christus en de gemeente. Niet verbonden zijn en niet gebonden zijn heeft echter dezelfde betekenis: "vrij" te zijn. Het laatste te willen zien als een gedeeltelijke vrijheid, waarbij een nieuw huwelijk verboden blijft, kan niet juist zijn. Er is geen band meer, maar dan ook geen beletsel voor een nieuw huwelijk, met inachtneming van de wetten die in een land gelden.

 

Een andere broeder schreef over dit onderwerp:

Graag zou ik nog op het volgende willen wijzen:

De verhouding:

Gods bruid

- Israël.

 

Christus' bruid

- de gemeente.

Hier is geen breuk mogelijk, hoe de bruid zich ook gedraagt. Dit zien we ook in Efeze 5 : 31, 32 bij de mens vóór de zondeval.

Laten wij toch meer en meer aan de genade, liefde en trouw van de Heer denken, en deze dingen ook in ons huwelijksleven proberen te verwerkelijken.

 

Laatstgenoemde broeder schreef ook:

"Graag wil ik de gelovigen waarschuwen voor het zo aangeprezen, populaire blad "De echte waarheid" van de Heer Armstrong, dat in een miljoenenoplaag gratis verschijnt. Uit betrouwbare bron heb ik vernomen, na het blad zelf bestudeerd te hebben, dat het werkelijk zijn wat een broeder schreef: "wolven in schaapskleren" (Matth. 7:15). In het buitenland wordt deze stroming genoemd: "Het Armstrongisme" bij gebrek aan een beter woord. Er zijn in dit geschrift verschillende dingen overgenomen van de zevende dags adventisten, zoals: geen eeuwige hel, het houden van de sabbat. Daarbij komt nog de leer van het Britse Israëlitisme. Armstrong leert onder meer, dat de Engels sprekende landen het ware Israël Gods zijn, dat er een universele redding is en een mogelijkheid voor de mens om na de dood gered te worden. Hij gaat zelfs zover, dat hij leert dat zijn aanhangers gedoopt zijn in H.W. Armstrong.

Wie met "De echte waarheid" kennis maakt, vindt er veel in wat op het eerste gezicht aantrekkelijk lijkt. In werkelijkheid zijn het duivelse leringen."

 

Omdat ons al meerdere keren gevraagd is naar herkomst en strekking van dit geschrift, dat zoals gezegd in enorme hoeveelheden wordt gedistribueerd, geven we deze waarschuwing graag door.

 

Namens de redaktie

H. Medema