Correspondentie

 

Als redaktie en medewerkers van de "Bode" vragen wij ons wel eens af in welke mate de abonnees ons blad ook werkelijk lezen. Weest u gerust, we gaan geen enquête houden om er achter te komen. We verwachten ook niet, dat ieder ons op eigen initiatief hierover schrijft. Toch bereiken ons zo nu en dan reakties, waaruit blijkt dat men kritisch leest of zijn instemming betuigt met de inhoud.

In het meinummer openden we een rubriek: "Uit de lezerskring". Daarin stond het kommentaar van een paar abonnees op het verschijnsel "De ruimtevaart", geschreven naar aanleiding van een artikel in het februarinummer.

Het verheugt ons in dit nummer in dezelfde rubriek een bijdrage te kunnen plaatsen ter aanvulling op het artikel "Godsvrucht". Een bewijs dat er over de inhoud van ons blad nagedacht wordt en dat deze getoetst wordt aan de Schrift.

In grote lijnen delen we de opmerkingen van de inzender. Alleen de zin "Hierin vindt God zijn eer" enz. zou de indruk kunnen wekken dat "godsvrucht" bestaat uit "vrucht" van ons dienen van God, tot uiting komend in "goede werken". Het accent moet juist vallen, zoals de schrijver dat overigens ook doet, op het vrezen van God, innerlijke vroomheid in de goede zin van het woord.

We zouden het toejuichen als de rubriek "Uit de lezerskring" elke maand in de "Bode" kon worden opgenomen. Dergelijke kopij behoeft echt niet alleen een "schouderklopje" te zijn voor de redaktie. Ze behoeft zelfs geen direkte reaktie te zijn op geplaatste artikelen. Er kunnen ook andere zaken in deze rubriek aan de orde worden gesteld. Wel moeten we ons het recht voorbehouden iets niet op te nemen, als plaatsing naar onze mening niet nuttig is. Ons blad is nl. geen krant waarin als "ingezonden stuk" alles kan worden gespuid. Wanneer we dergelijke stukken niet plaatsen, hopen we de schrijver persoonlijk te antwoorden. Wat wel wordt opgenomen, zal waar nodig van ons kommentaar worden voorzien.

Met belangstelling wachten we uw inzendingen af.

Namens de redaktie

 

H. Medema