Correspondentie

 

Een paar broeders hebben samen gereageerd op het korte artikel "De torenbouw van Babel en de maanreis" voorkomend op pagina 21 van het februari-nummer.

We hebben hun kommentaar getiteld: "De ruimtevaart" onverkort en ongewijzigd in dit nummer opgenomen in de rubriek "Uit de lezerskring".

In de door hen gezonden kopij komen diverse opmerkingen voor die we volledig onderschrijven. Toch lijkt het ons nuttig ter aanvulling en korrektie de volgende opmerkingen te maken:

1. Het was niet de bedoeling van de schrijver om de astronauten die de ruimtevlucht maakten, te veroordelen. Evenmin kritiseerde hij de technische vooruitgang die mede door de ruimtevaart gemanifesteerd wordt. Ook heeft hij nergens gezegd dat God aan de ruimtevaart als zodanig zijn goedkeuring niet kan hechten en deze daarom veroordeelt.

2. Als de inzenders menen dat de tekstaanhalingen uit Psalm 2 en Psalm 79 bedoeld waren om deze toe te passen op de astronauten van de Apollo 8, dan hebben ze de schrijver niet goed begrepen.

3. Terecht merken de beide broeders op in hun kopij, dat God de toestand veroordeelt van het menselijk hart achter het bouwen van de toren van Babel. We stemmen dan ook grif toe, dat het niet in de eerste plaats gaat om wát de mens doet, maar hòe hij het doet. Daaraan kunnen we nog toevoegen: waarom hij het doet.

En dan denken we niet alleen aan hen die direct bij de ruimtevaart betrokken zijn, maar aan allen die zich er mee verwant voelen en het gepresteerde toeschrijven aan het intellekt en kunnen van de mensheid.

4. In zijn artikel heeft br. van Moosel uitspraken aangehaald van mensen, die aan de prestaties van de mens konklusies verbinden, die duidelijk getuigen van een anti-Goddelijke meningsvorming. Als dr. Thiadens zegt, dat de vorderingen van de wetenschap een bewijs zijn van de mondigwording van de mens en dat hij bezig is aan God een zeggingsmacht te ontnemen die Hem vroeger werd toegedacht, dan is het niet misplaatst met de psalmist te zeggen: "Zij zetten een mond op tegen de hemel". De uitspraak van de aartsbisschop van Canterbury, dr. Michaël Ramsey ademt dezelfde geest als die van dr. Thiadens. Deze en dergelijke uitspraken, alsmede de geest die zij ademen, heeft de schrijver in het licht van de woorden uit Ps. 79 en Ps. 2 aan de kaak willen stellen.

5. Wie meent dat het verschijnsel ruimtevaart louter een zaak is van menselijk kunnen, dat heilzaam kan zijn voor de samenleving, vergeet dat er in deze wereld ook andere machten werkzaam zijn, waarvan Satan de inspirator is, met het doel de mens het verloren paradijs te doen herwinnen en dan buiten God om. Zo was het in het begin van 's mensen historie, zo is het ook nu nog. Wanneer de prestaties van de techniek leiden tot een verafgoding van de mens, dan is er, om het zacht uit te drukken, iets mis. En als gelovigen hebben we ons daarvan beslist te onthouden. Aan het slot van hun kommentaar wijzen de inzenders er op dat in de toekomst alles wat aan kennis en aan kunde wordt gepresteerd in onze wereld mogelijk zal worden gebruikt tot eer van God. Daardoor tonen zij het inzicht te bezitten, dat ook wat er nu in de ruimtevaart gebeurt, niet wordt gebruikt tot eer van God. Waarmee feitelijk gezegd wordt dat het doel is: de verheerlijking van de mens.

Er zou veel meer over dit onderwerp te zeggen zijn, maar we laten het bij dit kort kommentaar.

Een heel ander onderwerp: velen zullen hun vakantieplannen voor deze zomer al wel rond hebben. Bij het redaktieadres druppelen de aanvragen binnen om gegevens over plaatsen waar men in het buitenland de samenkomsten kan bezoeken. Vaak blijkt dat men een vakantieoord reeds heeft uitgekozen, zonder zich vooraf te oriënteren over de mogelijkheden van vergaderingbezoek in de naaste omgeving. Dat leidt meer dan eens tot de ontdekking dat de afstanden te groot zijn om de onderlinge bijeenkomst mee te maken. Laten we daarover toch niet lichtvaardig denken, ook niet in onze vakantietijd.

Wie informaties wil hebben over plaatsen waar een vergadering is in Engeland, Duitsland, Zwitserland, België, Frankrijk, Spanje, Italië of Griekenland kan deze verkrijgen aan het correspondentieadres. Noodzakelijk is bij de aanvraag te vermelden in de buurt van welke grote plaats men iets zoekt.

Voor de goede orde vermelden we, dat er geen vergaderingen met ons in praktische gemeenschap zijn in Denemarken, Noorwegen, Zweden, Luxemburg, Joego Slavië en de landen achter het ijzeren gordijn, behalve in Tsjecho-Slowakije, Polen en Oost-Duitsland. In Oostenrijk is alleen in Wenen een vergadering.

Noodzakelijk is ook het meenemen van een aanbevelingsbrief, te ondertekenen door 2 of 3 broeders van de plaatselijke vergadering, gesteld in de taal van het te bezoeken land.

 

Namens de redaktie

H. Medema