J.G. VAN MOOSEL
"Goede Vrijdag geen les"
Het stond met wit krijt geschreven op een zwart bord, die zondag, in het lokaal van het Rode-Kruis-gebouwtje, waar wij samengekomen waren om de dood des Heren te verkondigen. 't Was Palmzondag!
Nu begrijpt u wel voor wie deze mededeling bestemd was. Goede
Vrijdagavond zou er geen les gegeven worden aan de E.H.B.O.-cursisten.
De vier woorden brachten me aan 't peinzen.
En onmiddellijk zette ik er in gedachten een vraagteken
achter: Goede Vrijdag geen les?
Maar dat is immers niet waar? Goede Vrijdag wèl les!
De allerbelangrijkste les, de meest nodige, aangrijpendste en
schoonste les!
Neen, niet daar in het lokaaltje. Maar bij het kruis!
Niet in éérste hulp bij ongelukken, maar in volledige,
afdoende, levenreddende hulp.
Een les, een demonstratie, niet gegeven door een bekwame
aardse geneesheer, maar door de Grote, Alvermogende, hemelse Heelmeester, de
Heiland der wereld!
Als die Geneesheer ongelukkig getroffenen te hulp
komt, of wanneer zij in hun ellende tot Hem gaan, biedt Hij geen eerste hulp,
geen voorlopige bijstand.
Dan helpt Hij radicaal, volmaakt.
Dan bewerkt Hij algeheel herstel, levensbehoud, eeuwige
genezing. Ja, schenkt zelfs leven uit de dood!
Zo was het toen Hij op aarde rondwandelde.
En zo is het in geestelijke zin nog heden.
Toen gingen mijn gedachten eeuwen terug in de geschiedenis.
'k Zag het volk Israël in de woestijn.
Mannen, vrouwen, kinderen, gebeten door giftige slangen.
Reddeloos verloren, ten dode gedoemd.
Maar 'k zag ook de blinkende koperen slang, op de staak
verheven.
Het enige, maar ook afdoende middel tot behoud.
Geen eerste hulp van de Here, hun God.
Doch direct volkomen genezing aanbrengende hulp en redding
van de dood.
Ook hoorde ik de Heer Jezus tegen Nicodemus zeggen in de stilte van de nacht: "Zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft".
Zo kwam ik op Golgotha,
en de vrijdag, enig in de tijd en in de geschiedenis.
'k Zag Hem verhoogd op het kruis,
lijdend en strijdend,
mijn zonden dragend en boetend,
mijn dood stervend.
Maar tegelijkertijd ook als de Overwinnaar,
die de aarts-slang, Satan, door wiens venijn ik vergiftigd
was, de kop vermorzelde.
'k Zag Hem opnieuw als het enige door Gods liefde en
barmhartigheid gegeven middel tot mijn redding van eeuwig verderf, tot mijn
eeuwig leven.
Ik stond ... en zag!
En 't zong in mijn hart: "Door een blik op het kruis is
er leven en heil, is er leven voor u en voor mij".
De koperen slang - de Zoon des mensen.
De eerste, honderden jaren bewaard, in gedachtenis gehouden,
vereerd zelfs. Doch op afgodische wijze en daarom tenslotte vernietigd. De Zoon
des mensen: nu reeds verhoogd aan Gods rechterhand, hier op aarde de
eeuwen door in gedachtenis gehouden en vereerd, nu en tot in alle eeuwigheden
ontvangend de dank, de aanbidding, de heerlijkheid en eer van de verlosten, van
hen die Hem eens als het Lam staande als geslacht zullen zien, omringen, Hem
eeuwig zullen toebrengen de lof die Hij waard is te ontvangen.
Was en is dit alles nu een les?
'k Geloof van wel. En 'k sluit me aan bij de dichter die
schreef:
"Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten.
In deze zee verzinken mijn gedachten.
O liefde die, om zondaars te bevrijden,
zo zwaar woudt lijden".
We hebben het telkens toch opnieuw zo nodig bepaald te worden
bij het kruis van Golgotha, waarop Hij verhoogd moest worden.
Dat het was om onze zonden dat Hij moest lijden en sterven,
dat Hij moest getroffen worden door het zwaard van Gods gerechtigheid.
Nodig ook om steeds dieper te beseffen dat Hij het enige
middel is tot ons behoud,
dat Hij, Christus, ons leven is. Waartoe?
Om Hem steeds meer lief te hebben, te danken en te
verheerlijken,
nu, in ons leven hier beneden.
Elke zondag mogen wij bij de verkondiging van de dood des
Heren aan al deze dingen denken.
Maar 't is toch wel goed het in de week ook eens te doen,
vindt u niet? En dus zeker op GOEDE VRIJDAG!
Dank U, Heer, voor de extra-les van deze dag.