De tijden der volken (slot)

 

J. KLEIN HANEVELD

 

We willen alleen nog nagaan, wat de Schrift zegt over het einde van het Romeinse rijk. In Op. 17 : 14 lezen we dat de tien koningen "zullen krijg voeren tegen het Lam, en het Lam zal hen overwinnen". De bijzonderheden kunnen we vinden in Op. 19. In vs. 11-16 wordt daar beschreven, hoe Christus uit de hemel neerdaalt vergezeld van zijn hemelse legerscharen om het oordeel van God over de volken te voltrekken.

In vers 19 zien we het beest en de koningen der aarde met hun legerscharen vergaderd om krijg te voeren tegen Hem die op het paard zit en tegen zijn legermacht.

 

Wat een ontzettende overmoed! Dan gaat in vervulling, wat in Ps. 2 staat: "Waarom woelen de volken en zinnen de natiën op ijdelheid? De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen de Heer en zijn Gezalfde: Laten we hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen!" (Ps. 2 :1-3).

Ze trekken op naar Palestina, waar de eindstrijd zal plaatsvinden. God leidt het zo, dat alle volken daar samenkomen. Daar zullen de miljoenen-legers zich concentreren. Het brandpunt van de strijd zal Jeruzalem zijn. De duivel weet dat het koninkrijk van Christus nadert en daarom zet hij de volken op om strijd te voeren tegen het Lam. Het is een wanhoopsdaad, maar hij waagt het, omdat het zijn laatste kans is. Alle krachten worden daarvoor in de strijd betrokken.

 

Maar "die in de hemel woont, lacht; de Here spot met hen". Terwijl Gods grote tegenstander, Satan, de volken verenigt tot een gezamenlijke krachtsinspanning om Gods plannen te verijdelen, lacht God! Hij lacht om de volkomen dwaasheid van de georganiseerde vijandschap der volken en hun regeerders. "De Here spot met hen."

We lezen in Ps. 37 :12, 13: "De goddeloze smeedt boze plannen tegen de Rechtvaardige en knarst de tanden tegen hem; de Here belacht hem, want Hij ziet, dat zijn dag komt". God ziet dat zijn dag komt. Dat is de dag der wrake van onze God, de dag van de grote afrekening! Wat een ontzettende dag zal dat zijn, als de schalen van zijn toorn zullen worden uitgegoten over deze wereld.

"Dan spreekt Hij tot hen in zijn toorn en verschrikt hen in zijn gramschap" (Ps. 2 : 5). God zal niet langer zwijgen. Reeds meer dan negentien eeuwen heeft Hij gezwegen. Maar dan zal Hij spreken!

"Ik heb immers mijn Koning gezalfd (of: gesteld) over Sion, mijn heilige berg" (vs. 6). God heeft een plan met de wereld. Hij heeft een Koning voor deze wereld. Dat is zijn Zoon Jezus Christus! De heerschappij is op zijn schouders! Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Christus zal Koning zijn: "Ik heb immers mijn Koning gesteld". Dat haalt een streep door alle menselijke berekeningen.

 

De strijd is snel beslist. In één ogenblik liggen alle vijanden verslagen. Al hun raketten en atoomwapenen baten hun niet. De Zoon des mensen komt met het zwaard van zijn mond om daarmee de volken te slaan. Zijn ogen zijn als een vuurvlam! Het beest en de valse profeet worden gegrepen en in de poel des vuurs geworpen (Op. 19 : 20). De overigen werden gedood met het zwaard van Hem die op het paard zat, en de vogels werden verzadigd met hun vlees (vs. 21).

Dat is het einde van christelijk Europa, het einde van het vierde rijk, het Romeinse rijk van de eindtijd. Christus Zelf zal het vernietigen; Hij is de steen, die het statenbeeld van Nebukadnezar vernietigt. Die steen wordt tot een grote berg, die de hele aarde vervult. Christus vestigt zijn koninkrijk, dat zich over de hele wereld zal uitstrekken. De Vredevorst komt en alle tong zal Hem als Heer belijden en alle knie zal zich voor Hem buigen. Alle volken zullen gelegd worden tot een voetbank voor zijn voeten.

 

In Ps. 2 : 7 wordt Christus Zelf sprekend ingevoerd:

"Ik wil gewagen van het besluit des Heren; Hij sprak tot Mij: Mijn Zoon zijt Gij; Ik heb U heden verwekt. Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit."

Aan het slot van Ps. 2 vinden we een laatste oproep, een ernstige waarschuwing voor allen die nog niet de toevlucht tot Hem hebben genomen.

"Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij onderweg niet te gronde gaat, want zeer licht ontbrandt zijn toorn." Het is nu nog de genadetijd. Nog wil Hij de Redder zijn, Hij die straks als Rechter zal zitten op de troon om het oordeel uit te oefenen. Alle oordeel is aan Hem gegeven. Daarom laat u met God verzoenen! Kus de Zoon! Er is maar één veilige schuilplaats. Buiten Hem is het nergens veilig.

 

"Maar welzalig zijn allen die bij Hem schuilen" (vs. 12).

De Zoon heeft recht op de aarde. Hij is de Erfgenaam en Hij zal komen om zijn erfenis in bezit te nemen.

Armageddon is een woord dat angst aanjaagt. Het is een woord vol ontzetting! Het spreekt van de toorn van het Lam! Maar die gedachte hoeft ons geen schrik aan te jagen. Vóór de dag des Heren aanbreekt, zal eerst de morgenster opgaan. Allen die niet tot de nacht, maar tot de dag behoren, zullen die zien. Laten we daarom waakzaam zijn en uitzien naar de komst van Hem, die beloofd heeft, dat Hij spoedig komen zal.

 

Ja, Gij komt, Gij haalt in luister
uwe bruid van de aarde af;
Gij werpt Satan in de kluister,
en aanvaardt de heersersstaf.
Heerlijk delen wij, o Here,
in uw grootheid, nooit aanschouwd;
schitterend prijkt uw macht en ere.
Zalig, die uw woord vertrouwt.