Dit moet ik U, mijn God, belijden
dit roem ik, als een mens mij vraagt:
ontferming slechts kon mij bevrijden,
ontferming, die mij zoekt en draagt.
Ik buig mij neder in het stof
en geef aan uw ontferming lof.
Geen schepsel kan mij dit ontroven:
dit is en blijft mijn roem alleen:
mijn heil is enkel door ’t geloven
in wat mijn Heiland heeft geleên.
Dit geeft mij kracht in elke nood,
dit geeft mij troost tot in de dood.
Vorig gedicht |