Laat mij rusten aan uw hart vol liefde
Here Jezus, troost in alle smart.
Al mijn zorgen, al wat mij hier griefde,
toevertrouwend aan uw medelijdend hart,
Want uw liefd' Heer Jezus, wordt niet minder,
warmer, nieuwer wordt ze met de tijd,
en uw trouw blijft altijd een houvast mij
tot ik aankom in de heerlijkheid.
Wat is aardse liefde vergeleken
bij de uwe? Eigenlijk niets waard.
Is er vaste onveranderlijke liefde
wel te vinden onder mensen hier op aard?
Liefde, die bij 't klimmen van de jaren,
niets verliest van d'eerste warme gloed.
Liefde, diep en rein en eerlijk,
die niet sterft, als 't lichaam sterven moet.
En wat nog op aarde is gebleven
van de liefde, die zo schaars maar is,
is dat niet met veel onreins doorweven
en een oorzaak vaak van droefenis?
Om de liefde vecht een mens wanhopig
en ook daarna is hij niet gerust.
Duizend dingen dreigen en belagen
dat wat is zijn hoogste liefde en lust.
Maar een liefde diep en zonder grenzen,
onveranderlijk en onverkoeld,
hebt Gij, Heer, hoe zondig wij ook waren,
van alle eeuwigheid voor ons gevoeld.
En al zijn wij lauw en zonder wederliefde,
onuitblusbaar blijft uw liefdevlam.
Eeuwig jong en nieuw toch is uw liefde,
die in d'eeuwigheid haar oorsprong nam.
Here Jezus, die met liefde en erbarmen
ieder aanneemt, die nu tot u snelt,
die met vreugde uw hart en armen
voor een ieder zeegnend openstelt.
Laat mij, Heer, zo vaak ik hier op aarde
koud en eenzaam ben op 't moeilijk pad,
aan uw hart vol liefde en meelij rusten.
Zalig, dat uw liefde ook mij omvat.
Naar C. J. PH. SPITTA.
Vorig gedicht |