U, die ons steeds ten Vader zijt,
U blijven wij verwachten.
Al nadert 's levens wintertijd,
al slijten onze krachten.
Ook in de herfst des levens zal
ons hart, bij smart of ongeval,
niet vruchtloos op U bouwen.
Gij blijft de ouderdom ten staf
Gij blijft tot aan, tot over 't graf,
In Christus ons vertrouwen.
W. Bilderdijk
Vorig gedicht |
Volgend gedicht |