Ziet omhoog

Opwaarts, ziele, moet gij staren
als 't beneden donker wordt,
als de neev'len zich vergaren,
als de nacht uw dag verkort.

Opwaarts, pelgrims, heft uw harten,
heft uw hoofden en uw oog,
hier, temidden van de smarten,
hoopvol wachtend naar omhoog!

Wilt g'in 't donker licht aanschouwen,
opwaarts moet het oog gericht.
Zie naar boven met vertrouwen,
slechts van boven daalt het licht.

‘t Licht komt uit een hoger bronne
dan waarheen gij hier u wendt:
boven wolken staat de zonne,
boven nevelen haar tent.

Maar de wolk, - zij wordt tot regen.
Hef dan opwaarts 't moede hoofd:
ook het lijden heeft een zegen
voor de ziele die gelooft!

 

Vorig gedicht

Volgend gedicht