Onder open hemel leef ik als Gods kind.
'k Zie mijn Heer en Heiland in wie God mij mint.
'k Zie de eeuwige schatten die Hij mij verwierf,
toen Hij als het Godslam op het vloekhout stierf.
Onder open hemel leef ik rijk en vrij.
Volheid van genade schenkt God ook aan mij.
Ik mag Jezus volgen die ten hemel ging.
Zal ik ooit begrijpen wat 'k in Hem ontving?
Onder open hemel is het mij zo goed.
't Is of ik in stilte Jezus Zelf ontmoet.
Hij komt tot mij spreken van wat God belooft.
Niemand die de zegen van Gods Woord mij rooft.
Onder open hemel werk ik voor mijn Heer.
'k Leg de zorg en lasten biddend voor Hem neer.
'k Mag van Hem getuigen door zijn Heil'ge Geest.
Ziende op mijn Heiland ben ik onbevreesd.
Onder open hemel zing ik: Hij komt weer!
Geest en bruid, zij roepen: Kom! Kom spoedig, Heer!
Neem Uw bruidsgemeente op in heerlijkheid.
Doe ons bij U wonen tot in eeuwigheid.
N. C. O.
Vorig gedicht |