O Here God, wat is 't voor U geweest
om daar op 't kruis Uw Zoon te laten lijden,
Hem niet uit 's mensen boze lusten te bevrijden.
Wat is dat voor Uw ziel geweest!
Gij hadt de wereld onbegrijpelijk lief.
Gij wildet ons uit Satans macht bevrijden
en daartoe moest Uw Zoon in onze plaats zó lijden.
O God, Gij hadt de wereld lief!
Hij heeft aan Uw gerechtigheid voldaan.
Hij was het Lam, geslacht voor onze zonden,
in Wie Gij al Uw welbehagen hebt gevonden.
Hij heeft aan 't heilig recht voldaan.
Welzalig al wie naar zijn roepstem hoort.
Die is in Christus door U uitverkoren
en door Uw Heil'ge Geest nu tot Uw kind herboren.
Welzalig wie zijn roepstem hoort.
Mijn God en Vader, wat zal 't eenmaal zijn,
als Gij Uw Zoon voor aller oog zult kronen
en met de hoogste eer Zijn overwinning lonen.
Wat zal dat U een vreugde zijn!
N. C. O.
Vorig gedicht |