2 Tim. 2 : 13
O God, ik heb mijn woord gebroken!
Wat 'k had beloofd, heb 'k niet gedaan.
Ik had mijzelf aan U gegeven
en - 'k ben mijn eigen weg gegaan.
Uw trouw, mijn God, kan ik niet breken.
Gij liet niet los; Uw liefde won.
Mijn Voorspraak, Middelaar herstelde,
wat ik niet meer herstellen kon.
Zou 'k andermaal U iets beloven?
Ik kan niet, neen, ik durf het niet.
Wel geef ik mij opnieuw U over,
wijl 'k weet, dat G'in mijn harte ziet,
hoe ik Uw liefde niet kan missen.
Niet wie ik ben, maar wat Gij zijt,
Heer Jezus, is tot lof des Vaders;
Uw leven was aan God gewijd.
N.C.O.
Vorig gedicht | Volgend gedicht |