De Heer Jezus werd met ontferming bewogen. Hij werd met ontferming bewogen over de schare, over de massa. Hij werd met ontferming bewogen over de enkele personen: over een weduwe, die haar eenigen zoon verloren had; over twee blinden; over één, die halfdood aan den kant van den weg lag; over één enkelen man; over ééne enkele vrouw. Hij verklaarde ons den Vader: met ontferming bewogen over een verloren zoon, dien Hij helpt, vergeeft en redt. Met ontferming bewogen opent Hij de oogen der blinden, spijzigt de hongerigen, geneest de kranken, vergadert de verstrooiden, verlost uit den dood. Hij doet dit alles niet alleen door Zijn macht, maar ook met Zijn liefde-hart. Het gaat niet buiten Hem om: Hij werd met innerlijke ontferming bewogen. Met ontferming bewogen ziet Hij de menschen afgemat en vermoeid, als schapen, die geen herder hebben, en Hij wekt Zijn discipelen op, om uit te gaan onder hen, en te smeeken om medearbeiders onder hen. De zonde en haar gevolgen, een zee van jammer en ellende, die over de menschen door eigen schuld gekomen is, - het heeft den Zoon van God aangegrepen! Door innerlijke ontferming bewogen, verliet Hij den hemel, kwam Hij op deze aarde te midden van het leed en van de smart, aanvaardde Hij het lijden, ging Hij naar het kruis en stierf daar om ons uit ellende en nood te kunnen verlossen en eeuwige heerlijkheid te schenken.
J. H. J . F.