PAPIER-NOOD EN PAPIER-DISTRIBUTIE

 

"Er is niets nieuws onder de zon", zegt de Prediker. Hieraan werd ik herinnerd, toen ik dezer dagen een verhandeling over den Romeinenbrief onder de oogen kreeg, waaraan ik de volgende zeer interessante gegevens ontleen.

Het geheele leven was in de oudheid veel meer op het oor dan op het oog gesteld. Er was veel minder te lezen. Papier, dat wil zeggen "papyrus", was in die dagen een duur artikel, dat te Rome soms zóó schaarsch was, dat er zelfs een keer distributie voor is ingesteld. Een gewone brief was in doorsnee veel korter dan de onze; verreweg de meeste brieven, die wij uit die dagen nog bezitten zijn niet langer dan een briefkaart. Lange brieven waren zelfs zéér zeldzaam.

Wanneer nu Paulus zijn algemeenen zendbrief aan de Romeinen schrijft, dan is hij zich wel bewust, dat er geen sprake van zal zijn, dat dit handschrift ettelijke malen vermenigvuldigd zal worden om zoodoende in ieders bereik te komen. Neen, Paulus schreef, evenals vele anderen in die dagen, op het gehoor. Zoo'n brief werd voorgelezen en daar heeft Paulus wel terdege rekening mee gehouden, waardoor men beter en gemakkelijker den inhoud daarvan kon begrijpen en onthouden. Men moet den Romeinenbrief dus lezen, alsof men een lezing aanhoort; zóó lezen, alsof men de stem van den prediker er als het ware uit hoort opklinken.

Paulus' hoorders moeten dus wel zeer verrast zijn geweest, toen zij voor het eerst den dikken bundel papyrus zagen, die niet minder dan 7100 woorden telde en moeten zich wel vol blijde verwachting neergezet hebben om te luisteren naar wat hij hun te zeggen had.

Schrijven was overigens niet alleen duur, omdat het "papier" duurder was dan ons mooie "bankpost", maar ook kostte het in officieel boek schrift uitschrijven van wat vaak gelezen moest worden, veel geld. Paulus schreef zijn brieven niet eigenhandig. Hij was een Joodsch geleerde, die te Jeruzalem had gestudeerd en dus aan een heel ander letterschrift gewend was dan het onze en het Grieksche. Hij schreef niet van links naar rechts, maar juist andersom! Ook de Grieksche lettervorm was heel anders en de woorden waren veel langer. Hij liet dus zijn brieven schrijven en onderteekende ze, door er eigenhandig een paar woorden bij te schrijven. Een eerste-klas schoonschrijver zou met den Romeinenbrief, naar deskundigen berekend hebben, ongeveer 98 werkuren bezig geweest zijn. Voor 100 regels van dergelijk boekschrift betaalde men ten tijde van keizer Diocletianus het dagloon van een landarbeider. Een koopman in Paulus' dagen moet, als hij den stapel papyrus, waarin de Romeinenbrief vervat was, even aanzag, Paulus hebben getaxeerd als iemand, die zich nogal wat veroorloven kon.

Het is goed, om zich van al deze dingen rekenschap te geven, wanneer men de brieven van Paulus leest, nu zij bij duizenden, tienduizenden, ja millioenen over het rond der aarde verspreid worden, en dankbaar zijn voor den zegen, dien God ons ook door de uitvinding van de boekdrukkunst geschonken heeft, waardoor de boodschap des Evangelies, de waarheid Gods, de blijde boodschap, thans tot in de verst gelegen heidenlanden gebracht wordt.