Gij hebt mij nooit alléén gelaten,
Zelfs als ik U verliet;
Gij zocht mij in de drukste straten,
Uw oog ontkwam ik niet!
Gij hebt mij aan U-zélf gebonden,
Geleid aan Uwe hand;
Gij hebt mij altijd weer gevonden
Uw Herdertrouw hield stand!
Zóó zal ik eens aan 't einddoel landen,
Al dwaalt mijn zwerfziek hart;
Gij houdt m' aan beide mijne handen
Tot 'k rust aan 't Vaderhart!
J.T.
Vrij naar het Duitsch van K.H. Oberacker.
Vorig gedicht | Volgend gedicht |