GODS BAZUINEN

 

Bazuinen zijn gedurende alle eeuwen overal in de wereld bij bijzondere gelegenheden gebruikt. Door het helder geluid van dit blaasinstrument worden de menschen bekend gemaakt met een overwinning, met een bijzondere gebeurtenis, enz. - Bij de geboorte van ons Prinsesje, 31 januari j.l., hebben in verschillende plaatsen herauten. op de bazuinen geblazen om de blijde gebeurtenis, waarnaar zoo lang biddend werd uitgezien, den volke bekend te maken.

Maar we willen niet in het algemeen over bazuinen spreken. Het ligt in onze bedoeling, de aandacht te vestigen op wat we in de Heilige Schrift vinden over Gods bazuinen.

In Oud- en Nieuw-Testament wordt veelvuldig over bazuinen gesproken; ze werden oorspronkelijk uit hoornen van dieren vervaardigd. In Jozua 6 wordt gesproken over ramshoornen en ramsbazuinen. Ook in Daniël 3 : 5 wordt, als verschillende muziekinstrumenten worden vermeld, het geluid van den hoorn genoemd.

De bazuin moet worden onderscheiden van de trompet, maar wordt toch in den Bijbel er dikwijls mee verwisseld. Het geklank van de bazuin wordt vergeleken met het rollen van den donder. Bij Sinaï wordt gesproken over het geluid van een zeer sterke bazuin, zoodat al het volk verschrikte. In den brief aan de Hebreën is sprake over het indrukwekkende geklank van de bazuin. In den krijg werd het gebezigd als een signaal. (Job 39 : 27, 28.) Niet altijd waren de bazuinen van hoorn gemaakt, soms van koper of zilver; bijvoorbeeld de bazuinen, die de priesters gebruikten. Maar ook dán hadden ze een hoorn-vorm, dus gebogen. Een en ander geeft ons al dadelijk veel te leeren. De hoorn kon alleen als een kromhoorn, als een blaasinstrument gebruikt worden, wanneer het hoorndier was geslacht. - Als niet eerst de dood is ingetreden, kan geen helder geluid worden gegeven. De twee liederen, die de Israëlieten zongen, naar ons wordt meegedeeld in de boeken van Mozes, staan in verband met redding van den dood. Het eerste lied klonk aan den oever van de Roode Zee, nadat het volk verlost was van zijn grooten vijand, den dood; het tweede lied klonk veertig jaar later bij den ingang van het beloofde land, nadat door de koperen slang redding was aangebracht van de vurige beten van de vergiftige slangen. (Ex. 15; Num. 21.) Het koperen brandofferaltaar had aan de vier hoeken hoornen, met koper overtrokken. Die hoornen waren aangewezen als de plaats, waar iemand, die een ander had gedood zonder de bedoeling te hebben, kon heenvlieden. (Ex. 21 : 13 en 14.) Ook hier dus redding, bevrijding van den dood. Willen we waarlijk vreugde-liederen kunnen zingen, dan moet de dood voorafgaan. Gode zij dank voor het offer, dat Hij ons in Christus heeft gegeven. Hij stierf voor ons tot onze zaligheid en blijdschap. Hij schonk ons leven en vrijheid. - Maar de gebogen vorm van de bazuin of den hoorn sprak ervan, dat we een verbrijzeld hart en nederigen geest moeten hebben. In de gelijkenis van den Farizeër en den tollenaar wordt dit zoo duidelijk voorgesteld. Als we op de borst slaan, en erkennen, dat we genade noodig hebben, ziet de Hooge en Verhevene in welgevallen op ons neder. Eerst dán kan Hij ons gebruiken om als Zijn instrumenten tot Zijn verheerlijking een helder geluid te doen hooren.

 

Hiermede ben ik dan vanzelf gekomen tot de groote bazuin van God, die wij Bijbel noemen. Het Woord van God geeft steeds een helder en duidelijk geluid in betrekking tot den wil des Heeren. Laat ons dus veel dat Woord verbreiden en prediken. En áls we prediken, laten we dan als bazuinen Gods zijn, die een helder geluid geven, dat ook duidelijk kan onderscheiden worden. In betrekking lot de gemeente-vergadering zegt de apostel Paulus: "Indien de bazuin een onduidelijk geluid geeft, wie zal zich tot den krijg toerusten?" Zoo moeten zij, die het Woord prediken, een duidelijke rede geven. Hoe zal men anders weten, wat gesproken wordt?

 

Maar dan moet er goed worden opgelet. We zingen wel eens: "Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort." In den onberijmden psalm staat echter: "Welgelukzalig is het volk, hetwelk het geklank kent.'' We moeten niet slechts hooren, maar ook onderscheiden, en daartoe moeten we de verschillende geluiden leeren kennen. In de woestijn had Israël iets voor het oog en voor het oor. De wolkkolom sprak van Hem, op Wien ze hun oog moesten richten, de zilveren trompetten of bazuinen spraken van de stem des Heeren, op welke ze moesten achtgeven. Als God, het volk wilde vergaderen, als het volk moest optrekken, als het tot den strijd werd opgeroepen, als het ging om den dienst, om offers en feesten, - bij al deze vier gelegenheden moest men het verschillend geluid onderscheiden en er gehoorzaam naar handelen. Dit gold zoowel de oversten als het volk. Het was een verschil, of er met één of twee bazuinen werd geblazen, en of de trompetten hard uitgestooten of gebroken geluiden gaven. Het waren alle seinen en teekenen met verschillende doeleinden.

Het is onze roeping als Christenen hier beneden, om op Jezus te zien, en ook om Zijn stem te kennen en ernaar te luisteren.

Niet, alleen in de woestijn, maar ook later in het Beloofde Land, werden de bazuinen gebruikt. Bij verschillende offeranden, bij het feest des geklanks, bij het jubeljaar, en ook bij overwinningen. We lezen meermalen in de geschiedenis der Koningen, dat het bazuingeschal weerklonk vóórdat de vijand geslagen was, omdat men wist, dat de overwinning des Heeren zou zijn. (2 Kron. 13 :12.) Ook denken we aan Gideons bazuinen. In de linkerhand hadden de driehonderd mannen de kruiken en de fakkelen, maar in de rechterhand de bazuinen om te blazen. En hoewel zij riepen: "Het zwaard des Heeren en van Gideon," werd er geen zwaard gebruikt. De kruiken werden stukgeslagen, zoodat het licht zich te meer verbreidde, en met de bazuin werd geblazen als overwinningsteeken.

Paulus spreekt over de dienstknechten des Heeren, die een schat in aarden vaten hebben. De vaten - hun lichamen - worden stukgeslagen, opdat de lichtglans van het Evangelie der heerlijkheid van Christus kan uitstralen. De bazuin wordt aan den mond gezet om Christus Jezus te prediken als Heer.

Zoo mogen we ons dan laten gebruiken, om helder en klaar den weg des heils te prediken; de waarheid te verkondigen. En zoo moet dan het bazuingeklank worden gehoord en gekend, door er nauwkeurig en belangstellend op acht te geven.

 

Ook voor de toekomst hebben Gods bazuinen groote beteekenis. In Mattheüs 24 lezen we, dat de Zoon des menschen zal komen op de wolken des hemels met kracht en groote heerlijkheid. En dan zal Hij Zijn engelen uitzenden met groot bazuingeschal. En zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden des hemels. Dat zal de vervulling zijn van het feest des geklanks voor Israël. Het bazuingeklank zal zich over de gansche aarde doen hooren en het zal vernomen worden door al Gods uitverkorenen, die zich dan op aarde bevinden. Er zal er niet één worden gemist. En Hij zal ze allen in de voor hen bereide heerlijkheid doen ingaan.

 

Maar vóór dien tijd zal er een andere bazuin des hemels worden geblazen. En niet door engelen, maar door den Zoon van God Zelf. Deze zal allen, die van Christus zijn, van alle eeuwen, tot op de komst des Heeren in de lucht, samenroepen. De Heer Jezus had tot Zijn discipelen gezegd vóór Hij stierf: "Ik kom weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben." En later uit de heerlijkheid heeft Hij meermalen het uitgesproken: "Ik kom haastelijk." In den Brief aan de Hebreën lezen we: "Nog een zeer weinig tijds, en Hij, die komt, zal komen en niet vertoeven!"

Paulus sprak over de komst des Heeren in de lucht, alsof hij er bij zou zijn. Hij zegt: "We zullen niet allen ontslapen, maar we zullen allen veranderd worden, in een punt des tijds, in een oogenblik." En: "De dooden in Christus zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, de levenden, die overblijven, te zamen met hen in wolken opgenomen worden, den Heer tegemoet in de lucht. En aldus zullen wij altijd met den Heer zijn."

Ook hier zal het bazuingeluid weerklinken. Niet alle menschen zullen het hooren, maar alleen de dooden in Christus en de levenden die in Christus gelooven. Het is net als met de geluiden in den aether: ze zijn er overal, maar ze worden alleen vernomen door hen, die hun ontvangtoestel hebben aangesloten. Zooals de magneet alleen aantrekt, wat voor haar aantrekkingskracht gevoelig is. "'t Heerlijk Hoofd is opgewekt, dat Zijn leden tot Zich trekt."

Paulus spreekt over "de laatste bazuin." Daarmede doelt hij echter niet op het einde van de wereld; immers was dit duidelijk voorzegd en hij maakt de opmerking: "Ziet, ik zeg u een verborgenheid." Hij spreekt ook niet over de laatste van de zeven bazuinen in Openbaring 8-11. Want die openbaring is eerst een dertig jaar later aan Johannes gegeven. Neen, hij ontleent zijn beeld aan het Romeinsche leger. Bij de eerste bazuin moest men zich gereed maken, bij de tweede zich in slagorde stellen, en bij de derde opmarcheeren. Dat laatste legersignaal nu wordt hier bedoeld. De Heer Zelf zal komen in de lucht met een, geroep, dat is met een bevel om op te trekken, met de stem van een aartsengel, en met de bazuin van God. Zoo zal Hij nederdalen van den hemel, en allen, die van Hem een oor ontvingen voor Zijn bazuingeschal, hetzij dooden of levenden, zullen het hooren en Hem tegemoet gaan. In de lucht, dat is in de sfeer van deze aarde, zullen de geliefde ontslapenen en levend overgeblevenen elkander wederzien. En samen zullen zij Jezus omringen en volgen naar het Vaderhuis om altijd bij en met Hem te zijn. Welk een heerlijke verwachting! Welk een rijke vertroosting!

 

Maar de Bijbel spreekt ook van bazuinen van gericht, en die zullen gehoord worden nadat de bazuin Gods voor de geloovigen is geblazen. Dan is de tijd der genade voorbij en als bij Sinaï zal alles beven voor het sterke bazuingeluid. De oordeelen zullen komen over grooten en kleinen, over de enkelen en de volken. De gerichten over de goddeloozen zullen toenemen en al erger worden, en dat, totdat de toorn Gods ten volle besloten is. Allen, die niet hebben willen hooren naar het bazuingeluid van het Woord van God, naar de predikers van goede boodschap, zullen over zich de oordeelen zien komen, door de eene bazuin na de andere ingeluid. Vreeselijke verwachting! Onze tijd geeft er het bange voorspel van!

 

Maar welgelukzalig zij, die evenals de Thessalonikers zich van "de afgoden tot God hebben bekeerd om den levenden en waarachtigen God te dienen en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten. Jezus, die ons redt, van den toekomenden toorn."

Neen, we behoeven niet te vreezen voor oordeel en duisternis. We hebben het wel verdiend, dat het sterke bazuingeklank ons doet beven. Maar er is een vluchtheuvel, een berg der ontkoming. We zijn niet gekomen tot Sinaï. maar tot Sion. En Sion is een vaste grond. Want Sion spreekt van genade. Op Sion kunnen we Sions liederen zingen, en daar vinden we den weg naar de stad des levenden Gods, het hemelsche Jeruzalem. Daar zijn we te midden van de tienduizenden engelen, de algemeene vergadering. Daar zijn we als nieuwe menschen, als eerstgeborenen, wier namen in de hemelen staan opgeschreven. Daar vreezen we niet voor God, den Rechter van allen. Daar vinden we de geesten van de rechtvaardigen, die nu in de volmaaktheid zijn. Daar zijn we bij Jezus, den Middelaar van een nieuw verbond. En daar spreekt voor ons het bloed der besprenging. Neen, dat bloed roept niet om wraak, zooals het bloed van Abel, den martelaar, maar het spreekt van liefde en verzoening. Wat er ook geschiede, welke wereldgebeurtenissen ons angstverwekkend zouden naderen, die in Jezus gelooven, zijn besprengd met het bloed, zijn door het geloof veilig achter het bloed.

 

Zoo hooren dan het geloof en Gods bazuinen bij elkander. De muren van Jericho vielen om, toen de priesters met de bazuinen bliezen. Maar ze vielen om door het geloof! Wat zijn er veel muren, die ons in den weg staan, om de zegeningen Gods te genieten! Laat ons dan met vertrouwen luisteren naar het bazuingeklank Gods, en alom helder het geluid doen hooren van Gods bazuinen.

J. N. V.

 

Aanteekeningen naar een lezing.