TWEE-GESPREKKEN.

BIJBELSTUDIE.

A. - Hoe komt het toch, dat ik tijdschriften of beschouwingen over den Bijbel niet zoo gaarne lees?

 

B. - Ik ben blij, dat ge deze vraag stelt, en ik zal u open en eerlijk zeggen, wat ik denk. Jongemenschen lezen over het algemeen veel te weinig voor zichzelf in den Bijbel. Ze hooren er wel uit voorlezen, er over spreken, maar ze nemen den Bijbel niet zelf ter hand om hem te onderzoeken. Zoodra ze dat doen, grijpen ze ook met liefde naar een goede verklaring van de Schrift, omdat ze dan daardoor bij hun onderzoek worden geholpen.

 

A. - Maar soms vind ik het geschrevene over de Schrift zoo saai en dor; en óók gaat het mij meermalen zoo, als er over het Woord gesproken wordt.

 

B. - Zeker kan dit liggen aan schrijver en spreker. En hun verantwoordelijkheid is, de spijzen zoo aantrekkelijk mogelijk op te doen. Maar meestal ligt het toch aan onszelf, aan onzen bedorven geestelijken smaak, dat we met niet meer zegen lezen en luisteren. Ge weet, hoe men aan een onbekend voedsel eerst moet wennen vóórdat men het gaarne nuttigt. Zoo is het ook met de leer uit den Bijbel. We moeten tijd zien te vinden om zelf den Bijbel te onderzoeken. Dan krijgen we de ware belangstelling. Dan gaan we vergelijken, zien we allerlei nieuwe dingen, en - zonder dat het wegsleepend mooi of welsprekend is gevoelen we ons geïnteresseerd in hetgeen ons in geschrift of voordracht wordt geboden.

 

A. - U bedoelt dus niet, dat we geen leiding zouden noodig hebben?

 

B. - Integendeel. Maar we moeten niet uitsluitend op anderen steunen en alles van anderen verwachten. We moeten niet zijn als jonge vogels, die hun snavel alleen openen om te ontvangen wat hen gebracht wordt. Wij hebben al vleugels gekregen en moeten die oefenen. Wij moeten zelf uitvliegen en verzamelen. - Is er dus 'n Bijbellezing, een Conferentie, een Bijbelbespreking, dan moet ge zelf te voren al eens hebben onderzocht, wat behandeld zal worden. En als ge dan luistert, zal het u veel meer belang inboezemen, en over verschillende uitleggingen zult ge u verheugen.