Jezus is het Licht der wereld,
Dat der zondenacht bestraalt,
Wie Hem volgt, heeft niet te vreezen,
Dat hij in het duister dwaalt.
Jezus is de ware Wijnstok,
En der ranken levenskracht.
Buiten Hem heeft nooit een ziele
Gode vruchten voortgebracht.
Jezus is de Overwinnaar
Van den Dood, van Satans macht;
Onverderflijkheid en leven
Heeft Hij aan het licht gebracht.
Jezus is de Hoogepriester,
Die nu in den hemel zit,
Waar Hij altijd voor de Zijnen
Leeft en tot den Vader bidt.
Jezus is de Morgensterre
Naar Wiens komst Zijn Kerke wacht.
Weldra gloort de nieuwe morgen
En verdwijnt de duist're nacht.
Jezus is 't, die zal verschijnen
Als de Rechter dezer aard;
Voor Zijn hooge vierschaar worden
Alle volk'ren saâmvergaard.
Jezus is 't, die ten gerichte
Ook de dooden roepen zal;
Die, naar de uitspraak van de boeken
Ieders vonnis vellen zal.
Jezus is de Heer der heeren,
't Middelpunt van 't gansch heelal;
Alle tong zal Hèm belijden,
Voor Wien àlles knielen zal.
Jezus is de Levenszonne,
Eeuwge bron van zaligheid!
Hij is waardig lof en eere
Nu en tot in eeuwigheid!
F. D.
Vorig gedicht |