Ja, zoo vaak als mijn dagtaak opnieuw is volbracht,
En de ruste des avonds verkwikkend mij wacht,
Is het goed mij te staren op 't blinkend gesteent, *)
Dat mijn Heiland, mij arme, uit gena heeft verleend.
Want ik weet, dat Hij mij in Zijn liefde lang zocht,
Dat tot prijs van Zijn bloed Hij ook mij heeft gekocht;
Dat Zijn kruis ook mij, zondaar, den weg heeft bereid,
En Hij veilig mij eenmaal naar 't Vaderhuis leidt.
*) 1 Petr. 2 : 7a.
Vorig gedicht |