Heer Jezus, wil mij leeren
Te wandlen naar Uw wil,
't Zij Gij mij roept tot werken
Of mij doet wachten, stil.
Ik weet, 't is niet gewichtig,
Waarin mijn werk bestaat,
Wanneer 't slechts naar Uw willen
En welbehagen gaat.
Leer 't goede deel mij kiezen,
U hooren te allen tijd;
Leer mij te willen volgen,
Waarheen de weg ook leidt.
O, welk een heerlijk voorrecht,
O, welk een zaligheid,
U steeds te mogen dienen,
U, Heer der heerlijkheid!
Wie trouw hier is in 't kleine,
Belooft Gij heerlijk loon;
Nog slechts een kleine wijle,
Dan komt Gij, 's Vaders Zoon;
Hoe heerlijk, dan te hooren,
Als wij eens vóór U staan:
"Het kleine, dat gij werktet,
Hebt gij voor Mij gedaan!"
Vorig gedicht | Volgend gedicht |