Waar in uw naam en tot uw eere
Slechts twee of drie vergaderd zijn,
Daar geldt reeds uw belofte, Heere!
Daar wilt Gij in hun midden zijn.
't Is in het aantal niet gelegen,
Al zijn er duizenden bijeen.
De ware kracht, den waren zegen,
Geeft Gij, o Heiland, Gij alleen!
Waar Gij wilt wonen in ons midden
Daar zijn wij zalig, zijn wij vrij;
Daar is ons danken en ons bidden
Een voorsmaak van ons hooggetij.
Daar wilt Gij zelf ons toebereiden,
Opdat wij, door uw Geest bestuurd,
U steeds ons hart en leven wijden,
Door uwe liefde aangevuurd.
Vorig gedicht |