Aan het einde van den Veertigsten Jaargang van den Bode des Heils in Christus kan ik niet anders dan met den Dichter van den 103-den Psalm dankbaar uitroepen:
Loof den Heer, mijne ziel! en al wat binnen in mij is, Zijnen
heiligen naam.
Loof den Heer, mijne ziel! en vergeet geene van Zijne weldaden.
De Heere God, onze Vader in Christus, heeft mij de bijzondere genade verleend en het zeldzaam voorrecht geschonken om veertig jaar lang voor Zijne geliefde kinderen te schrijven over het groote Heil, dat in Christus Jezus ons deel werd, ‘t welk vóór de tijden der eeuwen in Gods raadsbesluit was vastgesteld, en in de volheid des tijds is geopenbaard en aan het licht gesteld in Gods geliefden Zoon, onzen dierbaren Heer en Heiland. Hij heeft den twintigjarigen jongeling bij zijne wankelende schreden op dit gebied geholpen en gesteund. Hij heeft door Zijnen Geest het licht steeds helderder doen schijnen in zijne ziel. Hij bleef al die jaren door tot in den ouderdom zijn hulp en sterkte. Hij heeft hem vele geliefde en begaafde medearbeiders geschonken - van welke eenigen reeds zijn ingegaan in de eeuwige rust - en Hij gaf hem vele trouwe lezers, wier zielen werden onderwezen in de waarheid en werden vertroost en verkwikt door de voorstelling van Gods oneindige genade en ondoorgrondelijke liefde.
Wat mijne ziel vervult bij het herdenken van al de weldaden des Heeren gedurende die veertig jaren genoten en van al de zegeningen en zielsverkwikkingen, welke Hij aan mij en aan zoo velen Zijner geliefde kinderen geschonken heeft, wordt het best uitgedrukt in de schoone woorden:
Loof, loof den Heer, mijn ziel! met alle krachten;
Verhef zijn Naam, zoo groot, zoo heilig te achten:
Och of nu al, wat in mij is, Hem preez'!
Loof, loof, mijn ziel! den Hoorder der gebeden
Vergeet nooit één van zijn weldadigheden;
Vergeet ze niet, 't is God, die ze u bewees.
Mijn vurige bede tot God is, dat Hij den inhoud van deze veertig jaargangen voortdurend tot een rijken zegen moge stellen voor de oude, en niet het minst voor de jongere lezers van den "Bode des heils", opdat zij bevestigd mogen worden in het geloof, en door betere kennis van de waarheid zich meer en meer mogen verlustigen in de gemeenschap met den Vader en met zijnen Zoon Jezus Christus. Om hieraan mede bevorderlijk te zijn, is het mijn voornemen binnenkort aan alle inteekenaren een zakelijk register van de verschenen jaargangen ten geschenke te geven.
H.C.V.