't Is alles goed.

 

't Is alles goed, wat komt van God,
Al komt het door de menschen:
Verbittring van ons deel en lot,
Verijdling onzer wenschen;
De hand eens vijands hou hem op:
De Hemelvader vult den kop.

 

O zie dan, zie den mensch voorbij,
En vest op God uw oogen!
't Is geen vergif, maar artsenij,
En zal uw kracht verhoogen.
De teug zij bitter in den mond:
Zij maakt het kranke hart gezond.

 

N. B.

 

Vorig gedicht

Volgend gedicht