De grootste schat.

Dierb're Jezus! - U te kennen
Is mij meer dan alles waard;
Aan uw liefde te gewennen
Is de grootste schat op aard.
Alles had zijn kracht verloren,
Rijkdom, magt, en roem, en eer,
Toen ik mij als gansch verloren
Aan uw voeten wierp ter neêr.

Toen 'k uw schoonheid mogt aanschouwen,
Gij mij werdt nabij gebragt,
En mijn hart met vast vertrouwen
Werd vervuld door uwe magt
Toen moest alles wel verkwijnen
Bij dien grooten, rijken schat;
't Moest mij alles ijdel schijnen,
Wat de wereld schoons bevat.

Ja, 't is alles gansch begeerlijk,
Wat mijn ziele bij U vindt!
't Is zoo zalig, 't is zoo heerlijk
U te kennen als mijn vrind!
Met mijn nooden, zonder schroomen,
Met mijn zorgen, moeite en strijd
Zoo gerust tot U te komen,
Wat is dat een zaligheid!

Aan uw zijde voort te wandlen,
Door uw trouwe hand geleid,
Al mijn zaken te behandlen
Met U, Heer der heerlijkheid!
U om raad en hulp te vragen,
U te zien in vreugde en druk,
U mijn wenschen op te dragen,
Welk een eindeloos geluk!

Vorig gedicht

Volgend gedicht