Bladvulling


Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht.

Efeze 6 : 10

God heeft ons niet in zijn dienst geroepen omdat we sterk zijn en moedig, maar voor datgene wat we door zijn genade kunnen worden. God vindt in ons slechts zwakheid, maar dat is het middel waardoor zijn kracht werkt. God werkt met gebroken riet en als iemand denkt dat hij zo sterk is als een eik, is er geen plaats voor hem in het leger van de Heer. Als we ons bewust zijn van onze zwakheid, hebben we de eerste stap gedaan om sterk te worden. Als wij ons in onze zwakheid wenden tot Hem, die onze kracht is, dan zal in onze leegheid de kracht van de Heer vloeien.


Over de olijfbomen ging de Gederiet Baäl-Hanan; en over de olievoorraden Joas.

1 Kronieken 27 : 28

Veel te veel applaus is er vaak voor predikers en prediking en er wordt vaak te weinig aandacht geschonken aan geduld en gebed. Wie heeft er ooit gehoord van Baäl-Hanan en Joas van de olievoorraden? Zonder hun dienst evenwel zouden de grote openbare plechtigheden niet kunnen doorgaan. Het was hun verantwoordelijkheid er voor te zorgen dat er voortdurend olie genoeg was voor het licht, de zalving en de heilige reukwerken. Wij zullen hier beneden nooit weten, hoeveel wij verschuldigd zijn aan de stille onbezongen werkers op de achtergrond, die er voor zorgen dat de heilige zalfolie kan zijn op predikers en hun prediking.


Alle woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen is Hij ten schild.

Spreuken 30:5

U en ik hoeven er niet over te piekeren of Gods beloften wel echt werken Ze zijn allen, beproefd. Niet alleen is God machtig, maar Hij weet dat wat Hij zegt, ook zo gebeurt Al zijn beloften zijn getest en beproefd.


Sommige mensen nemen de Heer wel aan als hun Heiland, maar erkennen Hem niet volledig als Heer. Hij wordt wel opgenomen aan boord, maar meer als passagier dan als kapitein van het schip. Alleen, een kapitein heeft gezag over alles; elk ding op het vaartuig en de hele reis staat onder zijn controle.


Hoe vaak zeggen wij: 'Ik alleen kan dit niet dragen, dat is mij te zwaar' (Numeri 11 : 14), en we stribbelen tegen. Als we zo doen, zeggen we eigenlijk: Dít probleem, déze zorg is God te zwaar. Maar niets is te zwaar voor de Heer!

Niets is te groot, niets is te klein voor Hem. Hij verlangt ernaar ons te helpen en onze lasten te dragen. Hij zegt dat we al onze bekommernis op Hem moeten werpen.

Vertrouw op de Heer voor elk onderdeel van uw leven. Hij zorgt voor u.


En de Here zeide: Ik heb terdége gezien de ellende van mijn volk … en hun gejammer gehoord … Ik ken hun smarten, Ik ben nedergedaald om hen te redden.

Exodus 3: 7, 8

De Heer weet wat uw verdriet is. Hij kijkt niet werkeloos toe. Het is de stem van de vijand die in uw oor fluistert, dat het God niet kan schelen, of dat Hij u verlaten heeft. Maar God, weet ervan, en Hij is bezig om u te verlossen. Hij is neergedaald om te redden.


Iemand zei eens: 'Er zijn zovelen die Christus prediken en zo weinigen die Hem leven; ik wil er naar streven Christus te leven'.

J. N. Darby heeft eens van een ander gezegd: 'Hij leeft wat ik leef'.


Weest niet nalatig want u heeft de Here verkoren om in zijn dienst te staan.

2 Kron. 29 : 11

Daar, waar de Heer ons geroepen heeft, hebben wij Hem te dienen. Maar laten wij het wel van harte doen en met al onze macht. Onze tijd hier is kort, maar is onuitsprekelijk kostbaar. Onze kleine levens zijn zaaigrond voor de eeuwigheid. Hij gaf Zichzelf voor ons opdat wij Hem met vreugde en van ganser harte zouden dienen.
'Gij in uw klein hoekje en ik in 't mijn'.
Er staat geschreven: 'Zij zullen zijn aangezicht zien en zijn naam zal op hun voorhoofden zijn'. 'En zijn slaven zullen Hem dienen'. Het zal onze eeuwige vreugde zijn om Hem te dienen. Het is hier en nu onze blijde taak.


God ... moge u volmaken in al het goede ... terwijl u in ons doet wat voor Hem welbehaaglijk is.

Hebreeën 13 : 20, 21

De brief aan de Hebreeën roept ons op tot verantwoordelijkheid. Een christen moet zijn:
een voorzichtige gelovige - laten wij vrezen (4 : 1)
een ijverig pelgrim - laten wij ons beijveren (4 : 11)
een trouwe heilige - laten wij vasthouden (4 : 14)
een ernstige smekeling - laten wij naderen (4 : 16)
een vooruitstrevende discipel - laten wij voortgaan (6 : 1)
een heilig priester - laten wij naderen (10 : 22)
een aandachtige broeder - laten wij acht geven (10 : 24)
een verstandig atleet - laten wij afleggen (12 : 1)
een volhardende renner - laten wij met volharding lopen (12 : 1)
een vasthoudende bezitter - laten wij de genade vasthouden (12 : 28)
een afgescheiden zoon - laten wij tot Hem uitgaan (13 : 13)
een dankbare aanbidder - laten wij een lofoffer brengen (13 : 15)

Nu dan,
laten wij ...!


Gij hebt mij in trouw verdrukt

 

Psalm 119 : 75

Wat een gedachte! Hoe tegengesteld aan onze houding ten opzichte van beproevingen. Het eerste wat we vaak doen is twijfelen (tenminste in gedachten) aan de trouw van God. Maar die trouw is juist het enige waar de Psalmist zeker van is, temidden van zijn moeilijkheden. En zo zou het ook met ieder van ons moeten zijn.

C. Knott